maandag 13 februari 2012

De evaluatie van de BUN is begonnen

Het KASKI, expertisecentrum over religie en samenleving, verbonden met de Radboud Universiteit Nijmegen, gaat op verzoek van het ministerie van Veiligheid en Justitie, de evaluatie van de BUN ter hand nemen.
Dit blijkt uit een recent bericht op hun website :

Evaluatie hindoeïstische en boeddhistische geestelijke verzorging
Enkele jaren geleden heeft de Minister van Justitie de Hindoe Raad Nederland (HRN) en de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) erkend als zendende instanties die verantwoordelijk zijn voor de hindoeïstische en boeddhistische geestelijke verzorging bij de Dienst Geestelijke Verzorging (DGV). Deze erkenningovereenkomsten kennen na twee jaar een evaluatiemoment. Het Kaski is door de DGV gevraagd beide evaluaties uit te voeren. Indien uit deze evaluaties blijkt dat het functioneren van de HRN en de BUN voldoende is, worden de overeenkomsten omgezet naar onbepaalde tijd.

Het functioneren van de HRN en de BUN als zendende instantie wordt onderzocht op de volgende beoordelingscriteria:
1. representativiteit;
2. aanbod van hindoeïstische verzorging;
3. functioneren als zendende instantie;
4. beschikbaarheid van een universitaire opleiding tot geestelijke verzorger.

Het onderzoek zal worden uitgevoerd door middel van deskresearch, interviews en schriftelijke vragenlijsten.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door dr. Ton Bernts, prof. dr. Paul van der Velde (hoogleraar Aziatische Religies, met name Hindoeïsme en Boeddhisme) en drs. Joris Kregting.
De twee onderzoeken worden uitgevoerd in de periode februari tot en met mei.



Een puntsgewijs eerste kommentaar op deze mededeling, ik kom er ongetwijfeld op terug:
Goed dat deze evaluatie nu plaats gaat vinden en dat het publiekelijk wordt bekend gemaakt.
De keus van het instituut KASKI lijkt me een goede.
Dat de BUN en de Hindoeraad (als zendende instanties) tegelijk worden geëvalueerd heeft wel nadelen; de twee 'religies' vertonen wel enige verwantschap maar sociologisch zijn het hindoeisme in Nederland en het boeddhisme in Nederland nauwelijks met elkaar te vergelijken.
Dat in het tweede criterium alleen 'hindoeistische verzorging' wordt genoemd, is een slordigheid van Justitie, neem ik aan.
Er zit een verschuiving tussen de vier criteria die de KASKI-website meldt en de criteria van de 'Erkenningsovereenkomst' uit november 2008 (zie hieronder). Dit is geen onschuldige vertaling van juridisch jargon in onderzoeks-jargon.


Artikel 2 van de 24 november 2008 door de minister van Justitie en de BUN-voorzitter getekende Erkenningovereenkomst

1. De erkenning geschiedt voor een periode van drie jaar vanaf de datum van ondertekening van de overeenkomst en eindigt van rechtswege. Na twee jaar zal de Minister van Justitie het functioneren van de BUN als zendende instantie evalueren.

2. Na drie jaar zal bij positieve uitkomst van de evaluatie de overeenkomst voor onbepaalde tijd worden voortgezet, tenzij de uitkomsten uit de evaluatie de Minister aanleiding geven om deze overeenkomst voor een bepaalde periode te verlengen

3. Het verlengen van de erkenning geschiedt onder de voorwaarden van representativiteit van de BUN voor de boeddhistische gemeenschap, alsook het garant staan voor het aanbod van de boeddhistische geestelijke verzorging aan alle boeddhistische justitiabelen.

4. De representativiteit van de BUN, als bedoeld in het derde lid, wordt na twee jaar in het kader van de in lid 1genoemde evaluatie, getoetst aan de volgende criteria
a. breedheid van de overkoepeling: de hoeveelheid groeperingen die de BUN vertegenwoordigt;

b. effectiviteit: de daadkracht ten opzichte van en het effect van de BUN op de boeddhistische gemeenschap in Nederland;

c. continuïteit en stabiliteit van de BUN;

d. de toegankelijkheid. Dit brengt met zich mee dat de BUN openstaat voor een aanvraag van een boeddhistische organisatie die lid wil worden van de BUN, mits de organisatie een substantiële en representatieve boeddhistische stroming vertegenwoordigt en indien de organisatie bereid en in staat isbinnen het kader van de toepasselijke wet- en regelgeving, bij te dragen aan de taken van de Dienst Geestelijke Verzorging. De statuten van de BUN bevatten een procedure voor de aansluiting bij de BUN.

5. Het verlengen van de erkenning geschiedt tevens onder de voorwaarde dat binnen drie jaar na deze erkenning een opleiding boeddhistisch geestelijk verzorger op universitair niveau beschikbaar is.

Geen opmerkingen: