zondag 13 januari 2013

De BUN lijkt aan het betalen van een boete niet te kunnen ontkomen

Op 13 december 2012 heeft het Commissariaat voor de Media (CvdM) een hoorzitting georganiseerd over bezwaren gemaakt tegen hun beslissing de BUN een boete op te leggen en een bedrag voor uitgevoerd onderzoek terug te vorderen. De reden was dat bij een in 2009 gedaan onderzoek ten onrechte omroepmiddelen zijn gebruikt, volgens het CvdM dan.
Ik schreef daarover eerder .

De BUN en de BOS hebben dit besluit bestreden.
De tekst van dit bezwaarschrift heb ik in november 2012 bij het CvdM opgevraagd, me baserend op de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB).
Als reactie kreeg ik daarop in eerste instantie te horen ´... (om)dat het Commissariaat voor de beslissing op uw verzoek overleg dient te voeren met derden, is het Commissariaat niet in staat binnen vier weken te beslissen.´ Dit betekende dat ik de beslissing (en eventueel de stukken) eind januari mag verwachten.

Op basis van wat ik hoorde tijdens de hoorzitting van 13 december was mijn beeld van de aard van het bezwaar ook al duidelijk, en was ik daar behoorlijk verbaasd over. Die verbazing heb ik in een brief aan het CvdM tot uitdrukking gebracht, zie onder.

De beslissing van het CvdM over het bezwaar zelf zal er in februari nog niet zijn. Die zal uiterlijk medio maart genomen en gepubliceerd zijn (op hun website )
Als ik de door het CvdM gehanteerde logica tot nu toe goed begrijp, zullen ze dezelfde redenering volgen als ik in mijn brief en moet de BUN dus betalen. Een bedrag van € 52.500; of dat bedrag nog kan veranderen kan ik niet inschatten.
Als de terugvordering plus boete definitief zijn, zal de BUN toch eindelijk weer eens van zich laten horen. Of zullen ze ook nog naar de rechtbank willen stappen?

Centraal in dit langlopende boete-proces is de relatie tussen BUN en BOS en de wijze waarop de BUN zich heeft laten gebruiken ten behoeve van belangen van of binnen de BOS.
Toen ik een jaar geleden werd ‘gehoord’ door leden van de BUN- Werkgroep Lotusbloem , heb ik hen geadviseerd dat de BUN excuses moest aanbieden aan het Commissariaat voor de Media omdat de BUN mee is gegaan met de claim van de BOS als zouden er in Nederland zo’n negenhonderdduizend boeddhisten zijn, inclusief mensen met een ‘daadwerkelijke affiniteit’ tot het boeddhisme. De reden van die claim was dat de BOS wilde promoveren van C- naar B-omroep.
Ook na het uitkomen van het eindrapport van de Lotusbloem heb ik deze suggestie gedaan aan het BUN-bestuur.
Dat hebben ze niet gedaan. Dat kan gebeuren.
Wel is sinds een paar maanden op de website van de BUN een beschouwing opgenomen over het aantal boeddhisten waarin vooral de getallen 170.000 en 250.000 genoemd worden en verwezen wordt naar onderzoek van *OpenBoeddhisme* over de aantallen (zie hier ).
Feitelijk maar informeel heeft het BUN-bestuur zich dus van de BOS-claim gedistantieerd maar de boete is daarmee niet van de baan.

Om met een grap te eindigen: dan zullen ze de contributie die de ongeorganiseerde boeddhisten (ook wel ‘loslopende’ boeddhisten genoemd) kunnen gaan opbrengen, hard nodig hebben.

=============================================================================


Brief van medio december aan het Commissariaat voor de Media

Betreft: (Verbazing over) Bezwaar van de BOS/BUN tegen uw sanctiebesluit d.d. 5 juni 2012

Amersfoort, 16 december 2012

Geachte dames en heren van het Commissariaat voor de Media

Hierbij wil ik u informeren over mijn verbazing over een aantal zaken die ik hoorde tijdens de hoorzitting van 13 december 2012 van de directeur van de BOS en de advocaat van de BUN en de BOS. Deze betrof uw besluit d.d. 5 juni 2012 getiteld ‘Boete BUN wegens onrechtmatige besteding budget BOS ’ (Uw kenmerk: 25757/2012005156).

Vooraf wil ik mijn plaats hierbij verduidelijken: als boeddhist heb ik ernstige problemen bij de verwatering van het boeddhisme; de claim van de BUN en de BOS als zouden er in Nederland 900.000 boeddhisten zijn, versterkt dit beeld dat men van alles aan opvattingen in het boeddhisme kan projecteren. Daarom interesseert mij ook de verdediging van het tot stand komen van dat getal.

Als ik goed begrijp wat de heren Mulder en van Werven op 13 december tegen u zeiden, dan is hun bezwaar:
a. De BUN draagt ten gevolge van de delegatieovereenkomst tussen BUN en BOS geen enkele verantwoordelijkheid en de sanctie opgelegd aan de BUN is daarom ten onrechte.
b. Het NPO-onderzoek uitgevoerd door TNS/NIPO diende grotendeels een ander doel dan bepalen hoeveel boeddhisten er zijn, en was dus niet primair gericht op de concessieaanvraag 2010-2015.

Dat verbaast me omdat in de aanvraag van de BOS/BUN uit 2009 en het bezwaarschrift van de BUN tegen uw besluit daarop van 31 december 2009 in 2010 een ander geluid klonk.

In de 'zendmachtigingsaanvraag' op 29 september 2009 ingediend door dhr. Gertjan Mulder (directeurvan de BOS), mede namens de BUN zoals in de aanbiedingsbrief staat, wordt genoemd onderzoek uitgebreid genoemd. Hieronder een citaat uit pag 10 (in de pdf pag 11) en uit een bijlage (pagina 32).
Twee zaken vallen op:
1. De BUN is formeel medeaanvrager geweest; en dus (interpreteer ik) medeverantwoordelijk voor het de aanvraag onderbouwende onderzoek.
2. De resultaten van een aantal van de TNS-NIPO vragen waren wezenlijk voor de onderbouwing van de aanvraag; andere onderzoeksresultaten worden ook genoemd maar zijn duidelijk secundair.
Ook het meer kwalitatieve deel van de onderzoeksresultaten is gebruikt voor de ‘aankleding’ van de claim van meer dan (het preciese aantal varieert) 800.000 boeddhisten of mensen met daadwerkelijke affiniteit tot het onderzoek. ‘Aankleding’ in de zin dat het gebruikt werd als onderbouwing van een sociologisch noodzakelijke nieuwe betekenis van het begrip ‘daadwerkelijke affiniteit’.

Ook het bezwaarschrift op 9 februari 2010 ingediend bij het Commissariaat door B.M.van Werven, advocaat, namens zijn cliënt de BUN is wat dit betreft duidelijk.
Het is namens de BUN en (en dus niet de BOS) dat dit bezwaarschrift, gericht op de beslissing van het Commissariaat de BUN de C-status en niet de B-status toe te kennen voor de periode 2010-2015 is ingediend. Weliswaar wordt ook ander onderzoek genoemd waaruit zou zijn af te leiden dat er meer dan 500.000 boeddhisten zijn in Nederland, maar het NPO-onderzoek staat wederom centraal. De BUN neemt duidelijk de verantwoordelijkheid voor (de kwaliteit van) dit onderzoek op zich. En van relativering dat het eigenlijk of grotendeels een ander doel (een intern BOS-doel) had, is geen sprake.

Ten overvloede voeg ik beide stukken bij. Wellicht heeft u bij uw besluitvorming over het bezwaar gemaakt door de BOS (en BUN) iets aan deze overwegingen.

Met vriendelijke groet,

Hoogachtend
J.W. Romeijn
..... (adres)


Bijlage [horend bij de hierboven geciteerde brief]

Deel uit pagina 10 (in de pdf pagina 11) van de aanvraag van 29 september 2009.
“ Om die trend in kaart te brengen heeft de BOS opdracht gegeven aan de afdeling MediaOnderzoek &: -Advies van de NPO om onderzoek te doen naar de stand van het boeddhisme in Nederland. Voor dit onderzoek zijn 4.000 Nederlanders ondervraagd door TNS NIPO met een vragenlijst die mede is ontwikkeld op basis van adviezen van onder meer de hoogleraren Oosterling (EUR) en Vroom (VU) en de heren Schnabel en De Hart van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).
Als het Commissariaat voor de Media bij de beoordeling van de zendtijdaanvragen voor de periode 2010 - 2015 haar beleid uit het verleden continueert en zij aan het tweede deel van de definitie van de Raad van State voor de bepaling van de omvang van de aanhang van een religie of levensbeschouwelijke stroming (' ... , maar meer dan incidenteel.. .... '), dezelfde betekenis hecht als in het verleden gedaan is voor de islam, het protestantisme en het katholicisme, dan toont dit onderzoek aan dat het boeddhisme een achterbangrootte heeft van 832.895 (dat deel van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder voor wie het boeddhisme op de eerste of tweede plaats de meeste inspiratie en richting biedt, zie bijlage 3), de allochtone boeddhisten daarbij niet meetellend.
....
Het totaal van de achterban van het boeddhisme in Nederland komt dus op circa 900.000 (rekening houdend met een zekere overlap tussen onderzoek en telling allochtone achterban).



In een bijlage van deze zendmachtigingsaanvraag door BOS/BUN is het conceptrapport van de NPO/MOA-onderzoeker opgenomen.

Hierin staat onder andere:
De hoofddoelstelling van het kwantitatieve onderzoek is inzicht verkrijgen in de omvang
van de achterban van de BOS. Voor hoeveel mensen in Nederland biedt boeddhisme
tegenwoordig (de meeste) inspiratie en richting?
“ (pagina 32 van de pdf)

Geen opmerkingen: