woensdag 2 oktober 2013

Naar een vipassana- en samatha-meditatiecentrum Oftewel: hoe onderhandelen vrienden ?

Het journalistieke blog *Openboeddhisme* plaatste op 30 september een eerste artikel in een serie 'Boeddhisme in vastgoed' . Het artikel gaat over een aantal onderwerpen maar ik ben vooral geïnteresseerd naar de effecten op de plannen voor een mogelijk Vipassana Centrum (Over die naam - hoewel nog maar een werktitel - valt nog wel iets te zeggen, zie onder)
Ik beschouw mezelf als vriend van dat centrum, en heb er al eerder over geschreven, zie m'n blog van 4 januari .
De vrienden van zo'n mogelijk te kopen/huren/bouwen centrum komen eind oktober bij elkaar, op uitnodiging van het bestuur van de Stichting Meditatie en Studie centrum 'Vipassana Nederland', roepnaam: 'Stichting Vipassana Centrum Nederland' .

Doel van deze middag is, mee te denken over dit project. Dat ga ik doen en doe ik nu al vast een beetje.
Niet iedereen zal het bestaan en op internet staan van dit OpenBoeddhisme-artikel mogelijk waarderen, sommige feiten zijn wellicht wat ongemakkelijk.
Ik vind het echter heel bruikbaar, het kan ons denken aanscherpen over (a) wat we eigenlijk willen en (b) hoe te onderhandelen. Op die twee punten ga ik nader in. De bruikbaarheid zit in het feit dat niet het aanbod van een gebouw of een kavel moet bepalen hoe het centrum moet worden maar dat daarentegen de vraag (welke functies willen we er in hebben) het zoeken naar gebouw of kavel moet bepalen. Vraaggericht gestuurd dus en niet aanbodgericht.
Het risico is groot dat, gezien de feiten beschreven in het OpenBoeddhisme-artikel, het proces wel aanbodgestuurd gaat plaatsvinden.
Het aanbod is het te 'herontwikkelen' - een projectonwikkelaarswoord - oude terrein van Maitreya in Emst (gemeente Epe), die nu zelf in Loenen gevestigd zijn maar belang hebben bij de verkoop van het Emst-terrein.
Dat terrein zou bijna 6 hectare groot zijn en volgens Harry Rijken mag daarvan 1700 m2, twee verdiepingen hoog, bebouwd worden.
Het nieuwe bestemmingsplan van de gemeente Epe is daar minder stellig over; zie hier en hier . Daarnaast spreekt *OpenBoeddhisme* over een totaaloppervlak van 4,8 ha (opgave kadaster).

Ad a      Welke functies willen we eigenlijk in het centrum ?
Ik bespeur er drie.
Allereerst een meditatiecentrum en een studiecentrum, twee functies die makkelijk in dezelfde ruimte te realiseren zijn (stoelen in plaats van matjes); dit spreekt voor zich.
De derde functie, een contemplatieve woongemeenschap, de mogelijkheid tot het leiden van een (al dan niet parttime) monastiek leven, vergt meer beschouwing. In het verleden is wel over een 'klooster' gesproken, een Theravada-klooster, twee kloosters dus: strikt gescheiden klooster voor vrouwen en klooster voor mannen. Er is een groot aantal vrijwilligers nodig, leken in Theravada-termen, die zorgdragen voor de monniken en nonnen (bhikkhunis en bhikkhus) die zich aan een groot aantal Vanaya-regels dienen te houden. Ook de woonruimte zelf moet de monniken en nonnen om niet, als dana, worden aangeboden. Om het kort te houden: dat zie ik niet gebeuren. Minder vergaand is wat semi-monastiek wordt genoemd, een woongemeenschap van leken die de acht voorschriften aangenomen hebben (voor langer dan een paar weken); plus eventueel logiesruimte voor echte monniken en nonnen. Dat is realistischer, mìts de belangstellenden zelf het geld voor deze woningen inbrengen.

Maar de grote vraag is: zijn de nadelen of complicaties van het in één gebouwencomplex plaatsen van enerzijds de functie meditatie/studie en anderzijds de functie leefgemeenschap niet groter dan de voordelen ?
Mijn mening: die nadelen zijn veel groter, dat moeten we niet doen.

Misschien moet er zelfs een aparte stichting voor z'n woongemeenschap gaan komen!
Ik realiseer me best de complicatie hiervan: namelijk de toebedeling van de (voorgenomen) donaties over de twee functies, en dus straks de twee stichtingen.

M'n tussenconclusie is intussen wel: voor de meditatie-en studiefunctie is lang niet de hele 1700 m2 nodig, een zesde daarvan lijkt me genoeg (en duur genoeg om te kopen/bouwen en onderhouden!) En dat op hoogstens één ha grond.

Een relativering van het bovenstaande: mits er aparte eigendomsverhoudingen komen, is het voorstelbaar dat het meditatiecentrum en de leefgemeenschap wel op hetzelfde terrein staan, met een grote tuin er tussen. Ook kan ik me voorstellen dat de 'vrienden van het meditatiecentrum' een financiële bijdrage leveren aan de ruimte voor logerende monniken/nonnen in het gebouw van de woongemeenschap.

Ad b       Hoe te onderhandelen ?
Boeddhisten, ook de niet zo zweverige Theravadins, gebruiken de term 'onderhandelen' niet zo graag en zo vaak. We spreken liever van constructieve gesprekken op basis van vertrouwen, in elkaar en op de goede afloop.
Bij een onroerendgoed-onderwerp als waar we nu voor staan, moet dat wel, het gaat om vele tonnen, misschien wel (over het hele ex-Maitreya-terrein in Emst) miljoenen.
De ene onderhandelingspartij is m.i. de Stichting Meditatie en Studie centrum 'Vipassana Nederland'. Uit het OpenBoeddhisme-artikel hebben we begrepen dat Harry Rijken uit dit bestuur is gestapt begin september van dit jaar. Dat is heel verstandig want hij is de andere onderhandingspartij (met zijn zoon en met Maitreya die financieel belang heeft bij de verkoop)
Ik vind dat het bestuur van het Vipassana Centrum Nederland, eventueel samen met het bestuur van een nog op te richten Stichting Theravada Leefgemeenschap, pas moet gaan onderhandelen als hun vraag (programma van eisen) duidelijk is. En dat ze zich moeten realiseren dat Harry Rijken, een buitengewoon aardig man is, maar toch iemand die aan de andere kant van de onderhandelingstafel zit, met andere belangen. En 'belangen' is niet een vies woord, het is het ontkennen daarvan dat problemen gaat geven.
Het is wijs dat Harry Rijken niet aanwezig is tijdens de vriendendag op 26 oktober. Ik zou het anders lastig vinden om als vriend het bestuur advies te geven over hoe te onderhandelen. Want de tegenpartij (de eigenaar tevens projectontwikkelaar) zou anders meeluisteren.

======================================================================

Nog drie losse punten

Een voorbeeld dat minstens als vergelijkingsmateriaal goed gebruikt kan worden in het stilte- en meditatie centrum 'Metta Vihara' in Zeeuws-Vlaanderen, onderdeel van de Triratna.
Het is geschikt voor groepen tot 22 personen; misschien iets te klein voor sommige retraites van bv SIM en SanghaMetta. Maar iets groter, 32 plaatsen bv, is ruim voldoende; en (kleren) kopen op de groei zoals ouders tot vijftig jaar geleden nog wel deden, is echt niet meer zinnig.
Zeeuws-Vlaanderen is mooi en ruim, en goed bereikbaar vanuit België, maar niet vanuit de meeste Nederlandse steden waar de meditatoren grotendeels vandaan komen.
Maar verder lijkt de formule van 'Metta Vihara' (een interessante naam trouwens voor de vipassana-gemeenschap) me uitstekend.

Het gaat over de Stichting Meditatie en Studie centrum 'Vipassana Nederland'.
Dat is al een lange naam maar ik wil toch een toevoeging aan deze werktitel voorstellen.
Steeds meer groeit in de vipassana-gemeenschap in Nederland de overtuiging dat het gaat om de 'twee vleugels' van het mediteren: vipassana èn samatha. In feite is dit, ook in Nederland, niets nieuws: metta-meditatie wordt al jaren gegeven en dat is geen vipassana, het is of een vorm van samatha of een eigen vorm.
Vandaar mijn voorstel: wijzig de naam in Vipassana / Samatha Centrum .

Dan nog wat lichters. De term 'vrienden' is langzamerhand behoorlijk aan inflatie onderhevig. We hadden de 'Vrienden van de Westerse Boeddhisten Orde (nu Triratna); en hebben de stichtingen 'Vrienden van het Boeddhisme' en 'Vrienden van de BOS'. Juridisch makkelijk: combineren van de voordelen van een stichting met de doelstelling van een vereniging, maar ook wel eens verwarrend als vrienden/donateurs denken dat ze 'lid' zijn en formeel invloed op het beleid van het bestuur kunnen uitoefenen.
Spirituele vriend (kalyana mitra) vind ik een zeer belangrijk concept om de relatie van een niet-meer-helemaal-beginner met een andere (een senior) boeddhist aan te duiden; veel beter dan met het woord 'leraar'.
Nu dreigt de term echter tot Facebook-niveau (en dus iets onnozels) te verworden. We moeten misschien gewoon maar van 'donateurs en aspirant-donateurs' spreken.

Geen opmerkingen: