zondag 15 december 2013

Een aantal reacties in het BoeddhistischDagblad

De afgelopen maand heb ik, na een periode van onthouding, weer een aantal reacties in het 'BoeddhistischDagblad ' geplaatst.
Naast wat klein grut betrof het drie thema's: Het bewonderen van de leraar; In de wereld maar niet van de wereld; en Over juiste spraak. Voor een deel neem ik ook reacties van anderen op; maar om de context volledig te begrijpen moet in het BoeddhistischDagblad zelf gelezen worden.


A.   Het bewonderen van de leraar (?)

Een artikel d.d. 10 december van Connie Franssen en een aantal reacties daar op, ook van mij, onder de titel 'Vroedman' .

Mijn openingsreactie:
Eerlijk gezegd begrijp ik de fascinatie in sommige boeddhistische tradities voor het leraarschap niet zo.
In het begin van het pad is een leraar nodig om de weg te wijzen en valkuilen te laten zien. Maar dat houdt toch een keer op? De leerling wordt toch een keer spiritueel volwassen? Na een paar jaar op z’n hoogst?
Dan wordt de leraar toch de spirituele vriend, op basis van gelijkwaardigheid?
Of een vroegere kennis, want met de vroedvrouw van mij en van m’n kinderen onderhoud ik ook geen contact meer.
Overigens vind ik Nico Tydeman een aardige man, ik gun het hem dat hij vrij is van bewondering.


Ujukarin hierop:
Ik ben bang dat JoopR’s stelling weer zo’n typisch geval is van Westers consumentistisch knippen-en-snijden uit de Dharma. Ook in het Aziatische Theravada, voor leken én voor monniken, blijft de band met de Leraar levenslang bestaan. Inderdaad niet zozeer in de Mahayana-zin van ‘Leraar is de Boeddha voor jou’ maar wel in de zin dat in die paar jaar dat de student, hopelijk, volwassen wordt de Leraar ook zich gewoon door-ontwikkelt en nog altijd ver boven jouw niveau zit én levenslang erg nuttig is om je met problemen te helpen, en je Ego-ballonnetjes die vroeg of laat in je beoefening sluipen door te prikken.
Mee eens, het heet na die paar jaar Kalyana Mittata en geen rechtstreeks leraarschap meer. Maar het is nadrukkeijk VERTIKALE vriendschap en nooit geheel op basis van gelijkwaardigheid; tenzij natuurlijk de leraar zelf vind dat je zijn/haar niveau bereikt hebt maar dat gaat dan ook meestal gepaard met iets van een transmissie/autorisatie, Acharya-titel bij het Theravada etc. en dan nóg vereer je de leraar in enige vertikale zin.


Ik weer:
Met het meeste van wat Ujukarin zegt, ben ik het wel eens; alleen [met] dat woord ‘vereren‘ heb ik grote moeite. Dat doen m.i. Theravadins niet; het is de overtreffende trap van ‘bewonderen‘ waarin ook al een onzuiver sentiment zit. Vind ik hoor.
Sommige mensen bewonderen veel. Ik niet, ik ben er wat zuiniger mee
Waardering heb ik voor m’n leraren, respect, maar in bepaalde zin laat ik ze ook achter me.
Af en toe denk ik aan een mooie uitspraak van Martine Batchelor over dat in Korea leerlingen vrij makkelijk van de ene naar de andere leraar gaan. Haar ‘verklaring’: de leraren in Korea hebben er niet zo’n moeite mee, hun leerlingen los te laten.

(Hier stond oorspronkelijk nog een zin bij:)
Tenslotte herhaal ik m’n pleidooi om ook vanuit het perspectief van de leraar te redeneren: gun hem of haar dat hij/zij vrij is van bewondering.

Edel Maex (die mijn reactie niet heeft kunnen lezen omdat die pas dag later geplaatst werd):
"Hoe is toch in het boeddhisme het idee binnengeslopen van de leraar die je ego doorprikt? Volgens mij komt dat van Freud. Het is de catch 22 van: ‘als jij niet ziet wat ik zie, dan is dat jouw onbewuste weerstand’.
De Boeddha zie ik zoiets nooit doen. In de Pali Canon zie je de Boeddha met een oneindig geduld en een mateloze vriendelijkheid en respect steeds weer de dharma uitleggen en nog eens uitleggen en het nog eens anders zeggen …
Die vriendelijkheid heb ik zelf ook altijd bij Nico ervaren en zo lees ik ook Connie’s mooie stukje. Maar ik wens hem met Joop R. ook weer niet tè veel bewondering toe. Dat is voor niemand leuk.


Waarop Ujukarin:
Goede vraag, Edel. Ik denk dat het vooral taal is – wij in het Westen hebben nu eenmaal meer met Ego als expliciet concept te maken dan de mensen toen in India. Maar als ik het anders verwoord als ‘Leraar die door zijn/haar geduld en scherpte jou van je foutieve zienswijzen afhelpt’ dan past dat zowel bij de Boeddha als pakweg bij de zenmeesters-met-hun-haarscherpe-pointes. Bij de Boeddha bijvoorbeeld in de bekeringen van Kisagotami en Angulimala, die echt 180′ omdraaiden na indirect zijn lering begrepen te hebben en daarmee hun foute zienswijze (Ego) achter zich lieten. Dus die rol van leraar die je levenslang blijft respecteren/bewonderen, en waar nodig raadplegen, is echt zo oud als de sangha.

Mijn reactie daarop:
… Ujukarin stelt: 'Dus die rol van leraar die je levenslang blijft respecteren/bewonderen, en waar nodig raadplegen, is echt zo oud als de sangha.‘
Nogmaals: respecteren zeker, maar waar is dat ‘bewonderen’ goed voor? Alsof je levenslang teruggaat naar je vroedvrouw/vroedman voor nazorg na je geboorte. Lijkt mij onvolwassen gedrag. Is het een band willen blijven hebben met je leraar ook niet een aspect van dat vermaledijde ‘Ego’?


Een paar dagen later (de 15e december) heb ik nog een reactie geplaatst, nadat ik weer eens gereflecteerd had op m'n eigen - niet te ontkennen - devotionele kanten:
" Een slimme lezer heeft me er op gewezen dat ik hier het heilzame karakter van het bewonderen van de leraar in twijfel trek maar tegelijk op mijn blog een bewonderend stuk over Bhikkhu Bodhi plaats. (http://joopromeijn.blogspot.nl/2013/12/boeddhistische-globale-verlichting-een.html )
Het is waar; de tekst is overwegend bewonderend, inclusief de behoefte in een aantal opzichten ook te zijn zoals hij is.
Er zijn nog een paar argumenten die mij deels vrij pleiten, maar sterk zijn die niet:

Ik zou kunnen zeggen dat Bhikkhu Bodhi mijn leraar niet is, met de bijbehorende transmissie van hart tot hart zoals sommigen (Zennies) zo mooi zeggen; ik ken hem niet persoonlijk, heb alleen veel van hem gelezen.
Dan zou ik kunnen zeggen dat ik ook wel een paar kritiekpunten op hem durf te formuleren, ik zie hem niet als perfect. Eigenlijk is het zo dat ik het op een paar punten niet met hem eens ben, dat is wat anders dan hem onvolmaakt verklaren.
Vervolgens zou ik mezelf wegcijferend kunnen stellen dat m’n bewonderende tekst een doel buiten mezelf dient, namelijk anderen ertoe brengen hem ook te gaan lezen en zijn initiatief na te volgen.  Bewondering als ‘vaardig middel’ (‘upaya‘) zogezegd.  Maar dat kunnen anderen met hun guru-devotie ook zeggen.

Maar misschien moet ik maar gewoon toegeven dat ik overdreven heb en/of dat ik ook niet volmaakt ben. Bovendien heb ik makkelijk praten: ik loop niet zo’n groot risico van bewonderd te worden.
Met dank aan Connie die deze discussie mogelijk heeft gemaakt.
"


B.   In de wereld maar niet van de wereld? Of toch?

Een artikel van 30 november door Robert Keurntjes getiteld 'Zorgen over het boeddhisme'
Mijn reactie d.d. 30 november:
Raadselachtig, vermoedelijk voortkomend uit een te beperkt religie-begrip vind ik de zin 'Boeddhisme als religie zal vast wel blijven bestaan maar wat het boeddhisme te bieden heeft zit wellicht minder in de religieuze aspecten dan in de inzichten die het boeddhisme ontwikkeld heeft over de werking van onze geest in relatie tot ons welbevinden.'
Hoe is dit te verenigen met het principe ‘In de wereld maar niet van de wereld‘ ? Is dat trouwens een religieus of een niet-religieus principe?


Na een reactie van Robert zeg ik:
Ik ben blij dat je dat laatste punt zo duidelijk maakt; we zijn het daarover niet met elkaar eens. Jij bent ‘in de wereld en van de wereld’, concludeer ik uit je woorden.
Juist het feit dat de verschillen tussen de boeddhistische tradities zo groot zijn maakt het makkelijk allerlei inhoud in ‘het’ boeddhisme te projecteren. Dat gebeurde vroeger en dat gebeurt nu, in het Oosten en in het Westen. Daarin heb je gelijk.
Ik heb alleen niet zo’n behoefte aan de aangename en niet-verontrustende variant waarin ‘dukkha’ en de onvermijdelijkheid van het sterven onzichtbaar geworden is.
‘Alles is voortdurend in verandering’, zeg je terecht; maar als dat nu op iets slaat, is het wel op de door jou gepropageerde ‘welbevinden’.
Kortom: jouw boeddhisme is me niet ongemakkelijk genoeg.


Na een volgende reactie van Robert:
"We hebben het dus – als het lukt los van christelijke reminiscenties – over het transcendente.
Zie over het onderscheid in het boeddhisme bv het (Engelstalige) artikel van Buddhadasa Bhikkhu: http://www.buddhadasa.com/naturaltruth/twolanguage1.html
Wellicht zijn we het dus toch wel eens, ik kies alleen liever voor een minder geruststellende toon.
"

Na nog een serie reacties schrijf ik:
"Achteraf realiseer ik me dat de maar half gelukte discussie over ‘in de wereld maar niet van de wereld‘ in feite ging over de tegengestelde visies van Theravada versus Mahayana. Het arhat-ideaal van Theravada (niet van de wereld) versus het bodhisattva-ideaal van Mahayana (wel), maar beide dan nuchterder geformuleerd.
En Sjoerd. Ik ben het bijna helemaal met je eens en herken mezelf ook wel in je verhaal. Maar toch, als je zegt “Een echte boeddhist is echt en helemaal van deze wereld“, dan denk ik: deze wereld is wel samsara, en ik laat me niet meer (zoveel als vroeger) meeslepen door wat er in deze wereld gebeurt, in het licht van mijn sterfelijkheid.
Wat me vanochtend enthousiast heeft gemaakt is het artikel van Floor van Orsouw, in zekere zin ook over dit thema, bij Bodhitv: www.bodhitv.nl/articles/show-news/2013-12-02/boeddhisme-met-peper-en-zout/


En nog een dag later:
"… ik ben geen non-dualist, niet tegen afgescheidenheid; met hoeveel mensen om me heen ik ook sterf, ik sterf alleen.
Er bestaat niet 1 werkelijkheid, ieder creëert in z’n hoofd een eigen werkelijkheid gebaseerd op allerlei input en allerlei opvattingen.
Er bestaat niet 1 boeddhisme maar allerlei boeddhismen die niet zoveel met elkaar te maken hebben.
"


C.   Over 'juiste spraak ' en een vipassana-meditatiecentrum

Een artikel over 'juiste spraak' door Menno Prins op 21 november leverde veel reacties op, ook van mij :
Een mooi initiatief en een mooi rijtje. Ik (een aantal maal beschuldigd van ‘onjuist spreken’, deels terecht en deels m.i. onterecht) weet nu al er niet altijd aan te voldoen. Geneigd tot het kwade zogezegd.
Toch wil ik nog twee puntjes toevoegen:
- Realiseer je dat opmerkingen die in de ene boeddhistische traditie normaal zijn, in een andere traditie irritatie kunnen wekken (Zen-grappen bv; of Sutta-citaten als argument gebruiken)
- Iets opzoeken (via google bv) voor je een reactie plaatst, is geen schande.
Wat ik me tenslotte afvraag, is of naast het rijtje over ‘het juiste spreken’ ook een rijtje mogelijk is over ‘het juiste luisteren’. Want soms, ik weet dat het gevaarlijk is om te zeggen, proef ik wel eens overgevoeligheid en lange tenen.
Samenvattend: boeddhisme is niet voor bange mensen.


Met als soort correctie na een reactie:
Je hebt gelijk, Kees, het was een vrij belachelijke beeldspraak van me om ‘proeven’ te schrijven terwijl ik iets als ‘waarnemen van concepten’ bedoelde
(Zoals je wellicht weet wordt het denken in sommige tradities ook als een zintuig genoemd)
Laat ik in deze fase van de discussie dan nog maar eens zeggen, niet zonder zonde te zijn. Mijn oefening is niet alleen, steeds een beetje meer zuiver te gaan spreken maar ook om er steeds een beetje meer tegen te kunnen, niet met respect behandeld te worden. Dat laatste lukt me al aardig.


Ook Adi Ichsan reageerde, voor het eerst in het BD:
Ik reageer als volgt op hem:
Omdat ik wel een beetje een ‘existentialist’ (ouderwets woord, ik denk dat Stephen-Batchelor-achtigen bedoeld worden) ben en dit stuk van Adi dus minder geschikt is voor mij, toch een reactie.
Het lastige van deze tekst is dat de auteur zich buiten (of boven) het thema stelt. Het is een abstracte beschouwing waarin de mogelijkheid dat de auteur zelf ook wel eens onzuiver zou kunnen spreken, niet genoemd wordt.
Ik zal de juistheid van wat hier staat, niet betwisten. Maar kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat Adi hier voor het eerst in het BD schrijft omdat ik een paar dagen eerder kritiek heb geuit op het feit dat hij de Vriendenmiddag van 26 oktober van het Vipassana Meditatie- en Studiecentrum (i.o.) niet heeft meegedeeld mede-initiatiefnemer te zijn van een concurrerend meditatiecentrum dat (mogelijk) in Purmerend gaat komen. Dat lijkt mij onzuiver zwijgen.
PS
Je gebruikt wel erg veel Pali-termen, Adi. Maar niet allemaal behoren ze tot de Pali Canon. ‘Paramatha Dhamma’ (ultieme waarheid) bv is pas in onze jaartelling voor het eerst in de Theravada gebruikt, mogelijk onder invloed van het Mahayana Boeddhisme (cf Nagarjuna)


En na vragen hierover:
Ik probeerde duidelijk teveel in één korte reactie te stoppen.
Over je twee vragen:
(1) Er zijn twee initiatieven (landelijk, individuele lokale sangha’s overstijgend) voor een meditatiecentrum. Het gaat dan om retraites (op een Theravada-manier) van een week of langer waar ook overnacht wordt, dus om vrij grote en dure gebouwen.
Misschien is het schokkend voor sommigen maar ook bij boeddhisten en nog meer bij boeddhistische organisaties spelen belangen en concurrentieverhoudingen wel eens een rol. En boeddhisten gaan daar, juist omdat ze zo’n verheven ethiek hebben, vaak nogal onhandig mee om.
Zie voor meer preciese informatie daarover mijn blog .
(2) Daar wordt ook duidelijk dat ik vind dat Adi Ichsan de ‘Vrienden’ van het ‘Vipassana Meditatie- en Studiecentrum’ voor of op 26 oktober had moeten informeren over het andere initiatief, dat in Landsmeer/Purmerend.
En dat punt combineer ik dan vervolgens met deze beschouwing van Adi in het BD waarin hij de boeddhistische ethiek uiteenzet. Wat ik daarbij constateer (en niet verwijt want aan mijn ‘zuiver spreken’ schort het ook wel eens) dat hij heeft gezwegen toen hij had moeten spreken en dat dat m.i. ook 'onzuiver spreken' is.



Update 17 december
Nog een reactie, ik kon het niet laten.   Van Edel Maex werd geplaatst:
Nieuwlichter-en-Uitleggers-waarom-zou-de-Dharma-niet-voor-Interpretatie-vatbaar-zijn ?

Mijn reactie (in de richting van Edel):
"Volgens mij vergis je je zowel wat betreft de “opkomende anti-moderne tendens” op zich als in jouw (en die van de 'schamperenden') bezorgdheid daarover.
HET boeddhisme (in het Oosten en nu ook in het Westen) bestaat niet: er zijn grote verschillen tussen de tradities en in sommige ervan (bv in de Theravada) heeft de ethiek altijd al een grote rol gespeeld. 'Doctrinaire discussies' waren er altijd volop, bv in het Tibetaans boeddhisme maar niet alleen daar.
Ik denk dat sommigen met affiniteit tot HET boeddhisme in een droomwereld hebben geleefd waarin het boeddhisme (meestal een Zen-variant) iets moois, compassievols en tegelijk moderns was.

En dan die zogeheten modernisering. Wat is dat eigenlijk:
Is het overeenkomstig moderne wetenschappelijke inzichten (Big Bang, Higgs, evolutietheorie etc) zijn?
Is het globalistisch, multiculureel, vol cultuur-relativering?
Is het toename van autonomie van de individu? Dat te denken is een tragisch misverstand: ik ben er wel voor maar het vind niet plaats;
Is 'modern' makkelijk, licht verteerbaar ('Buddhism-light') en populair (willen) zijn ?
Ik zou het niet weten. Al is er dan verandering, misschien bestaat 'modernisering' helemaal niet.

Natuurlijk is de Dharma veranderbaar en voor herinterpretatie vatbaar (zelfs de Dhamma is dat). Maar wat blijft is de neiging van mensen zichzelf iets wijs te maken. Als variant op de Bodhisattva-gelofte: “Hoe talloos de illusies ook zijn, ik beloof ze alle te doorzien“; alleen beloof ik dat niet, ik probeer het.
"

Geen opmerkingen: