woensdag 22 januari 2014

Meer boeddhistische filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities

André van der Braak is nu twee jaar 'hoogleraar boeddhistische filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities aan de VU in Amsterdam', het eerste jaar bijzonder hoogleraar, en nu gewoon (en bijna fulltime).
Eigenlijk zou de omschrijving het moeten hebben over boeddhistische filosofieën , want het boeddhisme zelf is ook een conglomeraat van tradities, daarover later meer.

André is ook feitelijk de verantwoordelijke man bij de VU voor de opleiding tot 'boeddhistisch geestelijk verzorger' aka 'buddhist chaplain', want als ik anderen zoals (de coordinator van de specialization spiritual care) prof Ruard Ganzevoort vragen stel over die opleiding, verwijst hij me naar van der Braak. En dat is jammer.
Want die vragen (van mij) zijn nog steeds niet bevredigend beantwoord, zie bijvoorbeeld mijn blogs van het afgelopen halfjaar hierover:
joopromeijn.blogspot.nl/2013/12/weer-een-stapje-gezet-richting-vu.html
joopromeijn.blogspot.nl/2013/10/veracademisering-en-verwildering-in-wat.html
joopromeijn.blogspot.nl/2013/08/vu-kul-geen-update-over.html


In het internettijdschrift NieuwWij vat André kort en positief het boek 'Invention of World Religions' van Tomoko Masuzawa samen. Vervolgens gaat hij in op een lezing van de “Chinese antropoloog ...Adam Chau … heeft zich in zijn onderzoek deze vraag gesteld, en heeft een model ontwikkeld dat uitgaat van vijf verschillende manieren waarop religie in China wordt beoefend:
1. Discursief/tekstueel: het schrijven, lezen en bediscussiëren van religieuze teksten, en het voeren van religieuze debatten
2. Persoonlijke cultivering: mensen die streven naar zelfcultivering en persoonlijke groei in een religieus of een spiritueel kader
3. Liturgisch: het participeren in uitgebreide rituelen die door religieuze specialisten worden uitgevoerd, of zelfs het laten uitvoeren van die rituelen door die specialisten zonder er zelf aan deel te nemen
4. Onmiddellijk-praktisch: het gebruik van eenvoudige religieuze rituelen om onmiddellijk resultaat te boeken (wat wij “magie” zouden noemen)
5. Relationeel: het participeren in religieuze praktijken die gericht zijn op het in stand houden van de relaties tussen goden en mensen, de relaties met de voorouders, of de relaties van de gelovigen tot elkaar.
"

Deze blog is het waard om in haar geheel te lezen, vooral de vragen er in zijn relevant.
Bron: www.nieuwwij.nl/nieuw-wij/de-diversiteit-van-religieuze-diversiteit/
Ik heb er een reactie op geschreven, die op 22 januari is geplaatst:

Een interessant thema, helder verwoord. Twee suggesties naar aanleiding ervan:
– [Het] onderzoek van Adam Chau dat uitgaat van vijf verschillende manieren waarop religie in China wordt beoefend, zou ik ook wel eens in Nederland toegepast willen zien. Misschien zijn er hier vier, of zes, of andere?
- De constructie van het boeddhisme als één van de wereldgodsdiensten maakt (ik denk tenminste dat er een oorzakelijk verband is) dat de discussie tussen de diverse boeddhistische tradities nauwelijks gevoerd wordt en nauwelijks aandacht van anderen krijgt. Voorbeeld: wat vinden niet-Tibetaanse boeddhisten echt (los van vriendelijke lippendienst) van de Dalai Lama?
"

(Overigens: niet iedereen is enthousiast over het boek van Tomoko Masuzawa; in een review in het vakblad Journal of the American Academy of Religion wordt ervan gezegd:
… but Masuzawa's own launching point for that enterprise is itself curiously polemical—or, to use a word favored in this kind of analysis, ideological. At the outset she takes up the axe for two very familiar critiques of Religious Studies:
(1) the field is peopled by a bunch of "unreconstituted religious essentialists" who are too friendly to religion in general, and religious experience in particular, to subject the discipline's categories to rigorous historical and critical analysis and
(2) faculty in departments of religion keep themselves institutionally and financially viable by continuing to offer world religion courses that they know, at least dimly, are intellectually irresponsible.
In other words, the history of the discipline is not getting done properly because scholars of religion are mostly naïve romantics and economic opportunists. ...

Bron: http://muse.jhu.edu/journals/aar/summary/v074/74.1schmidt.html

Zou de kritiek van Masuzawa ook niet op de Faculteit der Godgeleerdheid van de VU kunnen slaan?)


Ik zou zeggen: André, richt je in je werk verder op waar je formeel voor bent aangesteld en wat ook je sterke punt is, de (vergelijkende) filosofie .
Je bent geen boeddhistisch geestelijk verzorger, dat is je stiel niet en (zover ik kan nagaan) ook je sterke kant niet. Dat dat de wens is van de VU die graag alle opleidingen geestelijke verzorging wil hebben, is hun ambitie. Je moet je niet laten sturen door andere krachten binnen de VU en binnen en om de BUN ten aanzien van die opleiding.
Kortom, André, maak duidelijk aan de VU dat deze master+ambtsopleiding per september 2014 niet meer jouw pakkie an is; dat je verder de boeddhistische filosofieën in dialoog (met elkaar en) met andere levensbeschouwelijke tradities gaat bestuderen en geven.

Geen opmerkingen: