donderdag 28 mei 2015

Hoe nu verder? Het verbroken zwijgen over Mettavihari, en hoe we nu we de onaangename en verbrokkelde werkelijkheid onder ogen moeten zien

(Met updates van 31 mei en 2 juni, zie onder)

Vooraf: bij deze blogtekst wil ik veel feiten bekend veronderstellen, anders wordt het een onleesbaar lang betoog.
Daarom met nadruk: lees eerst of lees ook http://openboeddhisme.nl/  vanaf 22 mei 2015 en lees en kijk http://nos.nl .  En uiteraard: lees mijn blogs van  6 mei  en  12 mei  hierover.
Ook het BoeddhistischDagblad bevat de nodige informatie vaak vermengd met opinie.

OpenBoeddhisme en NOS hebben het over seksueel misbruik van meerdere leraren, uit meerdere boeddhistische tradities: Theravada, Zen en Tibetaans.
Ik wil hier alleen ingaan op het misbruik door de Theravada-monnik Mettavihari.
Nog meer specifiek: op de reacties van zijn directe leerlingen, de (veertien) huidige Vipassana-leraren; en over de organisatie die retraites organiseert, de Stichting Inzichts Meditatie (SIM).

Alleen over deze case omdat dit altijd mìjn traditie is geweest (Praat ik nu in de verleden tijd? Ik weet het niet.)
Zelf heb ik nauwelijks bij hem gemediteerd, maar ben  wel naar een paar bijeenkomsten met hem geweest.  Ik heb jaren lang gemediteerd bij twee van zijn leerlingen (Jotika en Paul) die duidelijk in zijn lijn instructie gaven; pas de laatste jaren zijn die wat los gekomen van het rechtlijnige 'alleen vipassana; al het andere zoals samatha, metta-meditatie en Dhamma-studie is overbodig, is a waste of time'. Een klein beetje werd het 'Nobele Eénvoudige Pad' van Mettavihari het 'Nobele Achtvoudige Pad' (inclusief dus ook sila)
En ik 2003 bij Mettavihari 'toevlucht heb genomen'. Telt dat nog wel, is me gevraagd? Ja hoor, de toevlucht (tot Boeddha, Dhamma en Sangha) nam ik zelf, dat dat ten overstaan van een monnik plaatsvond, is secondair.

Nog ter informatie: de vipassana in Nederland kent ook nog andere leraren dan die van de Mettavihari-leerlingen. Met name: Matthijs Schouten, Frank Uyttebroeck en Doshin Houtman . Daarnaast zijn er ook in Nederland de vipassana-retraites volgens de methode van Goenka. Over hen gaat dit artikel ook niet.

Een andere opmerking vooraf: terecht wordt gezegd dat onze aandacht en compassie primair uit moet gaan naar de slachtoffers van Mettavihari die mogelijk nu nog lijden aan dit wangedrag.
Als de stille slachtoffers in de publiciteit die nu is losgebarsten een persoon/adres tegenkomen waar ze dit willen melden en bespreken, hoop ik dat en hoop ik vooral dat dat hen helpt. Maar ik wil het hier hebben over een ander thema: het zwijgen en de brokstukken.

Dat betekent dat ik het ook niet wil hebben over een ander thema dat nu ineens veel aandacht krijgt: het instellen van gedragscodes en procedures door sangha's voor het kunnen melden en met een vertrouwenspersoon bespreken van seksueel misbruik door toekomstige slachtoffers. Ik heb twijfel bij deze prioriteit en haastige stap, ook vanwege de wildgroei die er het gevolg van kan zijn. Laten we (Theravadins, andere boeddhisten hebben hun eigen sores) eerst maar eens met elkaar bespreken wat er in het verleden fout is gegaan.

======================================================================

Als stelling en tegelijk als samenvatting van wat ik hier ga schrijven, formuleer ik:
De Nederlandse vipassana-gemeenschap is er niet mee gediend als meteen wordt overgegaan tot 'lessen voor de toekomst'. Eerst zal de crisis, ontstaan door het jarenlange zwijgen van degenen die van het misbruik door Mettavihari op de hoogte waren, tot de bodem moeten gaan.
En de 'bodem', tegelijk de basis van het beoefenen van het (Theravada)boeddhisme is het ethisch tekort van zowel het misbruik zelf als het zwijgen over dit misbruik.


Sleutelvraag: hadden en hebben degenen die er weet van hadden,
het recht om Mettavihari absolutie te geven ?   Mijn antwoord: nee
Niet in midden van de zeventiger jaren van de vorige eeuw,
niet midden negentiger jaren, en ook
niet midden tiener jaren van deze eeuw, nu dus.
Op deze drie periodes wil ik inzoomen

======================================================================

'Midden zeventiger jaren '

Het tweede artikel van OpenBoeddhisme volgend hebben Henk Barendregt en Aad Verboom (nu nog behorend tot 'de zeven') er voor gezorgd dat het seksueel misbruik van Mettavihari vanaf waarschijnlijk 1974 niet de juiste consequenties kreeg en hem in Waalwijk gehandhaafd als monnik. En 'de juiste consequenties' staan helder in de Vinaya: het automatisch beëindigen van het monnikschap, spijtbetuiging of zo speelt geen rol bij deze handeling. Zie bijlage.

Hopelijk geven Barendregt en Verboom alsnog openheid over deze gang van zaken, onder andere hoe en waarom de kloosterorde (Mahasangha) van Mettavihari in Thailand en de Thaise ambassade in den Haag (die Mettavihari naar Nederland hebben gehaald en de mogelijkheid hadden het disroben te effectueren en hem naar Thailand terug te halen), hun taak niet hebben kunnen verrichten.

Mijn vraag aan Barendregt en Verboom: was het lekenbestuur in Waalwijk destijds bevoegd de Vinaya te negeren of omzeilen? Volgens mij kon dit niet.
Bovendien kon door dit verbloemen en verzwijgen het seksueel misbruik gecontinueerd worden en kreeg Nederland een moreel besmette vipassana-leraar.
In http://openboeddhisme.nl/minderjarigen-niet-beschermd/  van woensdag 28 mei (waarin ook meer misbruik wordt gemeld) reageert Aad Verboom hier op:
"Verboom noemt Franssens beweringen over seksueel misbruik nu 'te vaag' om te kunnen reageren: 'Wat ik kan zeggen is dat ik het niet wist. Ik weet het pas zeker sinds oktober vorig jaar. Toen heb ik het van iemand persoonlijk gehoord en hem daarbij de ogen gekeken. Dat was voor mij het kantelpunt. Voor die tijd waren er geruchten, dat weet ik ook wel, maar hoe moet je dat op waarheid schatten?'  Verboom geeft toe dat hij Mettavahari in 1981 wel steunde: 'Maar dat was niet formeel, ik zat niet in het bestuur. Het kwam omdat ik dacht dat het verhaal een gerucht was. Ik heb toen geen invloed gehad, maar ik heb wel mijn persoonlijke mening gegeven. "
Een zwak verweer: natuurlijk had Aad invloed, en kende hij als boeddholoog de Vinaya. Dat 'sinds oktober vorig jaar' is niet goed te verenigen met het gemelde gesprek in 1991 à 1995 met Mettavihari (zie onder). Lees ook  dit  en  dit  NOS-artikel van 28 mei.

Een vervolgvraag is of de mediterenden in Groningen (de volgende verblijfsplaats in Nederland van Mettavihari maar al vanaf 1980 in weekenden) van de echte gang van zaken in Waalwijk op de hoogte zijn gesteld? Immers: daar is een belangrijk deel van de huidige leraren (deel van 'de zes' en deel van 'de zeven') leerling geworden. Johan Tinge (een van 'de zes') hierover in de NRC van 26 mei 2015:
"Tinge hoorde eind jaren tachtig voor het eerst geruchten over zijn leermeester. Rond 1995 sprak hij hem erop aan. „Mettavihari bekende en zei dat hij ermee gestopt was”, zegt Tinge. „Ik had de indruk dat het om eenmalige dingen ging, die al een tijd geleden waren gebeurd. Hij zei dat hij gestopt was en ik had niet de indruk dat er grote trauma’s bij de slachtoffers waren. Er was ook niemand bij wie je terechtkon. Ik heb het een tijd geparkeerd.” Na Mettavihari’s dood bracht hij het onderwerp ter sprake in de raad van veertien leraren die de leider had benoemd. "
De omvang, het aantal slachtoffers en de trauma's, bleek pas later, zo zeggen deze leraren.
Tinge is over het verspreiden van zijn kennis niet zo duidelijk. Ik denk dat 'de veertien' (bijna) allemaal vanaf een moment ergens in de tachtiger jaren weet hadden van het misbruik door Mettavihari, in Waalwijk, in Groningen en mogelijk ook in andere plaatsen waar hij kwam, Tilburg en Amsterdam bv.

======================================================================

'Midden negentiger jaren '

In 'Gezamenlijke verklaring naar aanleiding van de publicatie in het boeddhistisch dagblad van 6 mei 2015 opgesteld door 'de zeven' (leraren/Mettavihari-leerlingen) zeggen deze: " Wij wijzen er verder op dat onze leraar begin jaren ’90 zijn fouten erkend en zijn leven gebeterd heeft."
In de 'Nieuwsbrief mei 2015' van Dhammadipa is het tijdstip iets verschoven: "Na hierop aangesproken te zijn heeft hij in 1995 zijn fouten erkend en zijn gedrag verbeterd."
Wanneer heeft Mettavihari nu eigenlijk 'zijn leven gebeterd' c.q. 'zijn gedrag verbeterd' ?

Over dit gesprek begin of midden jaren negentig heb ik een aantal vragen:
* Wie namen er aan deel?
* Door wie afgevaardigd?
* Wat is Mettavihari precies gezegd en op welke wijze heeft hij het erkennen van zijn fouten geformuleerd?
* Is er nog iets in de richting van sancties of voorwaarden geformuleerd? (bv altijd een derde persoon aanwezig bij een interview mediterende-Mettavihari in een retraite?)
* Is stilzwijgen over het bestaan en de inhoud van dit gesprek afgesproken?
* Is in dit gesprek aan gerefereerd aan de voor monniken van kracht zijnde Vinaya, ook wat betreft procedures, sancties en bevoegdheden?
Kortom: Is er een door de aanwezigen goedgekeurd verslag van dit gesprek ?


Wat mij verbaast, (met de kennis van nu !), over de periode tussen 1995 en 2014, is dit:
Wetend van het moreel verwerpelijke gedrag van Mettavihari, en dus wetend dat hij bepaald geen 'stroombetreder' of hoger was, (en zelfs geen monnik meer had horen te zijn),
waarom zijn de (14) Mettavihari-leerlingen/leraren sindsdien niet bescheidener geweest in het aanduiden van hun leraar? Waarom zijn ze hem zo sterk op een voetstuk blijven plaatsen? Zoals bv blijkt uit de websites van Dhammadipa, Sanghametta, die van een aantal individuele leraren; en het halfslachtig ('under construction') in de lucht brengen van hun website met als subtitel 'Mettavihari Heritage Sangha '? Want dit op een voetstuk plaatsen heeft het problematische van de situatie versterkt en zal de verwerking van de crisis bemoeilijken.

======================================================================

'Midden tiener jaren (nu) '

Stand van zaken: een aanzwellende publiciteit die nog wel even door zal gaan, een (eenmalig) standpunt van 'de zes', een (eenmalig) standpunt van 'de zeven' en het zwijgen van en waarschijnlijk de verwarring binnen het SIM-bestuur ten gevolge van een teveel aan diverse loyaliteiten.
Dat brengt me op de aanduiding 'de verbrokkeldheid ' in de kop van dit artikel: niemand is in staat op dit moment als woordvoerder namens iedereen op te treden.
Niet over de gewenste duidelijkheid bij wie of welke instantie slachtoffers van Mettavihari zich kunnen melden (een soort commissie Deetman).
Niet over de vragen van de media.
Niet over de vragen van de mediterende en niet mediterende (Theravada-)boeddhisten.

Het laatste punt, anders geformuleerd: Wie kan nu de regie gaan voeren?
Niet alleen wat betreft bovenstaande vragen maar ook in het m.i. noodzakelijke proces van het weer gezond maken van de vipassana-gemeenschap.
De leraren van 'de zes' hebben wat mij betreft het voordeel van de twijfel; zij hebben het zwijgen laat doorbroken maar ze hebben het wel doorbroken. 'De zes' vormen echter geen organisatie, zij zijn voor zo ver ik weet - dat ook niet van plan zoals 'de zeven' dat wel zijn.

Op zich zou (het bestuur van) de SIM een logisch college zijn om de regie te voeren, maar een gecompliceerd verleden met Mettavihari en met 'de zes' en 'de zeven' maken dit moeilijk. Wellicht moet de SIM aangevuld worden met een of twee ongebonden bestuursleden teneinde een regie-functie mogelijk te maken.

Misschien moeten we anders iemand uit een buitenlands centrum vragen wat er met de huidige brokstukken gedaan kan worden? iemand uit Engeland bijvoorbeeld (ik heb geen naam in gedachten).
Of misschien moet de latente crisis in de vipassana-gemeenschap eerst nog dieper en manifester worden? Neutraler gezegd: nog een paar jaar de verbrokkeldheid continueren waarin iedere leraar/sangha zijn/haar ding doet; omdat er helemaal geen 'vipassana-gemeenschap' is?

Het is ongetwijfeld nuttig dat nu codes, ethische commissies en vertrouwenspersonen veel aandacht krijgen. Maar dit is tegelijk 'een vlucht naar voren'. Het boek van het verleden, Mettavihari in de zeventiger, de tachtiger en mogelijk ook de negentiger jaren, kan niet dichtgeslagen worden. Dit betreft ook het gedrag van sommige van zijn leerlingen.

Met dit moeilijk draaglijke feit moeten wij - leerlingen van de leerlingen - leven. Zowel degenen onder ons die strikt de vipassana-opvatting van Mettavihari zijn blijven volgen als voor degenen die andere vormen van beoefening naast deze vipassana de voorkeur hebben gegeven.


Update 31 mei

Er is elke dag welke een nieuwe ontwikkeling, ik zou wel aan de gang kunnen blijven.
Voor twee maak ik een uitzondering; Aad Verboom zegt in het BD van vandaag :
'... En of het aanzien van het boeddhisme is geschaad? Over een paar maanden wordt er niet meer over deze kwesties gesproken. Het boeddhisme kan wel een stootje hebben.'
Ik denk dat Aad zich met de (in zijn perceptie) optimistische gedachte dat er over een paar maanden niet meer over deze kwesties wordt gesproken, ernstig vergist.
Verder wordt duidelijk dat het beleid t.a.v. de vipassana niet alleen aan de leraren moet worden overgelaten; is bv Henk Barendregt - destijds voorzitter in Waalwijk - de meest geëigende persoon om nu met Thaise autoriteiten (blijkens informatie van Aad in ditzelfde artikel) te praten?
En het aanzien van het boeddhisme, althans van de vipassana-meditatie, is wel degelijk geschaad.

Hopelijk wordt die vipassana weer boeddhistisch: niet het Eénvoudige maar het Achtvoudige Pad, te beginnen met de ethiek (sila). Zoals Hans van Willenwaard (ook een vroege leerling van Mettavihari maar een die vroeg afstand van hem genomen heeft) het een paar dagen geleden schreef: "... [de] discussie over de vraag of ethiek voortkomt uit de meditatie of dat je voor de meditatie jezelf en anderen met een sterke ethiek moet beschermen. Mettaviharee nam het standpunt in dat vanuit de meditatie alle goeds vanzelf voort zou komen en zolang je nog niet zover was je kon doen wat je wilde. Hij meende ook dat je je, op een gegeven moment, kon onthechten van verantwoordelijkheid omdat die pas echt zou verschijnen als je genoeg mediteerde. Deze morele anarchie, hoe leerzaam ook tot op een punt, is nu wel gebleken gevaarlijk te zijn."


Update 2 juni

Elke dag opnieuw is er nieuws. Een aantal keer in het BoeddhistischDagblad. En nu groot nieuws in OpenBoeddhisme: 'Henk Barendregt geeft zijn rol onjuist en onvolledig weer '
Een onthullend en onthutsend verhaal. Mijn enige commentaar op dit moment:
Eerst moeten Henk Barendregt, Aad Verboom en de andere van 'de zeven' leraren met een standpunt komen. Voor zover 'de zeven' als groep nog bestaat, voor drie van hen verwijs ik naar de 'Sangha Metta Nieuwsflits Mettavihari ' ; Aad en Henk hebben ook aan hen wel iets uit te leggen, en aan ons dus.
En het bestuur van de SIM moet langzamerhand ook maar eens met een positiebepaling komen, en dan niet over vertrouwenspersonen en ethische commissies.

======================================================================

Bijlage

"Major Rule Groups of the Patimokkha
a) The Four Paaraajika  —   The Defeaters


The new bhikkhu is told about the Paaraajika Offences immediately after ordination, so he fully knows that they are the most serious of all the offences and that the consequences of transgressing them causes him to be no longer a bhikkhu. The nature of the act that breaks any of these four Paaraajika rules clearly reveals that the bhikkhu is no longer interested in developing the subtle and refined way of Dhamma. The alternative of voluntarily disrobing is always available if he feels he can no longer keep the Rule and this is considered a much better way to handle this sort of overwhelming desire.

A monk automatically falls from being a bhikkhu by committing any of these four offences of defeat:   sexual-intercourse, murder, major-theft, or falsely claiming supernormal abilities.
A bhikkhu who falls into any of these four Defeater offences thereby severs himself irrevocably from the bhikkhu community and is no longer considered a bhikkhu. The text portrays it with some vivid similes showing their irreparable nature: as 'a man with his head cut off'; as 'a withered leaf fallen from its stem'; as 'a palm tree cut down'; as 'a broken stone.' For while all the other offences can be remedied, these four are terminal.
"

Bron:  The Bhikkhus' Rules - A Guide for Laypeople  door Bhikkhu Ariyesako. Onderstreping door mij (Joop R)

Voor de volledige Vinaya: zie   The Buddhist Monastic Code II: The Khandhaka Rules   en
The Buddhist Monastic Code I: The Patimokkha Training Rules .
Hieruit: "The term sexual intercourse refers to all kinds of sexual intercourse involving genitals (literally, the “urine path” (pass›va-magga)—i.e., a woman’s vagina or a man’s penis); the anus (vacca-magga); or the mouth (mukha). The
Vibhaºga summarizes the various possible combinations of these orifices, and concludes that all of them—except for mouth-to-mouth penetration, which is treated under Derived Offenses, below—fulfill the factor of effort here.
"


Opmerking: het minderjarig of meerderjarig zijn van de persoon waarmee een monnik geslachtsgemeenschap heeft, speelt (zover ik heb kunnen nagaan) geen rol in de Vinaya. Wel in het Nederlandse strafrecht waarbij tot begin 1988 de meerderjarigheid bij het 21e jaar begon, daarna vanaf het 18e jaar.

1 opmerking:

Anoniem zei

http://openboeddhisme.nl/henk-barendregt-geeft-rol-onjuist-weer/

Je kan zeggen wat je wilt over Rob Hoogendoorn , maar hij check wel zijn feiten. Ik had graag van hem ook wel eens wat "succesverhalen" , positief nieuws uit het boeddhisme gezien maar goed.